Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. handgemeen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for handgemeen from Dutch to English

handgemeen:

handgemeen [het ~] noun

  1. het handgemeen (schermutseling)
    the skirmish
  2. het handgemeen (knokpartij; gevecht; matpartij; )
    the fight; the scuffle; the tussle

Translation Matrix for handgemeen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fight gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; strijden; vechtpartij gedonderjaag; geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij
scuffle gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; strijden; vechtpartij
skirmish handgemeen; schermutseling
tussle gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; strijden; vechtpartij
VerbRelated TranslationsOther Translations
fight bakkeleien; bekampen; bestrijden; bevechten; de strijd aanbinden; duelleren; kampen; knokken; matten; strijd voeren; strijden; vechten
scuffle bakkeleien; duelleren; kampen; kleine gevechten leveren; knokken; matten; schermutselen; vechten
skirmish kleine gevechten leveren; schermutselen

Wiktionary Translations for handgemeen:

handgemeen
noun
  1. rough disorderly fight or struggle at close quarters

Cross Translation:
FromToVia
handgemeen violent tätlichkörperliche Gewalt gegen Personen einsetzend