Dutch
Detailed Translations for bespiegelen from Dutch to English
bespiegelen:
-
bespiegelen (overpeinzen; beschouwen; nadenken; overdenken; bedenken; peinzen)
Conjugations for bespiegelen:
o.t.t.
- bespiegel
- bespiegelt
- bespiegelt
- bespiegelen
- bespiegelen
- bespiegelen
o.v.t.
- bespiegelde
- bespiegelde
- bespiegelde
- bespiegelden
- bespiegelden
- bespiegelden
v.t.t.
- heb bespiegeld
- hebt bespiegeld
- heeft bespiegeld
- hebben bespiegeld
- hebben bespiegeld
- hebben bespiegeld
v.v.t.
- had bespiegeld
- had bespiegeld
- had bespiegeld
- hadden bespiegeld
- hadden bespiegeld
- hadden bespiegeld
o.t.t.t.
- zal bespiegelen
- zult bespiegelen
- zal bespiegelen
- zullen bespiegelen
- zullen bespiegelen
- zullen bespiegelen
o.v.t.t.
- zou bespiegelen
- zou bespiegelen
- zou bespiegelen
- zouden bespiegelen
- zouden bespiegelen
- zouden bespiegelen
diversen
- bespiegel!
- bespiegelt!
- bespiegeld
- bespiegelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bespiegelen (beschouwelijkheid; contemplatie)
Translation Matrix for bespiegelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
contemplation | beschouwelijkheid; bespiegelen; contemplatie | bezinning; gepeins; heroverweging; meditatie; overdenking; overpeinzing |
speculativeness | beschouwelijkheid; bespiegelen; contemplatie | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
contemplate | bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen | |
meditate on | bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen | |
muse on | bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen | |
ponder on | bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen | |
reflect on | bedenken; beschouwen; bespiegelen; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen |