Noun | Related Translations | Other Translations |
comment
|
aanmerking; commentaar; kritiek; opmerking
|
aanmerking; bemerking; commentaar; ellips; meningsuiting; opmerking; uitlating
|
criticism
|
aanmerking; commentaar; kritiek; opmerking
|
boekbespreking; recensie
|
critique
|
bespreking; kritiek; recensie
|
boekbespreking; recensie
|
discussion
|
bespreking; kritiek; recensie
|
besprekingen; debat; discussie; gedachtenverandering; gedachtewisseling; gesprek; vergaderingen
|
remark
|
aanmerking; commentaar; kritiek; opmerking
|
aanmerking; bemerking; ellips; meningsuiting; opmerking; uitlating
|
review
|
bespreking; kritiek; recensie
|
beoordeling; boekbespreking; herstelling van materiaal; recensie; revisie; revue
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
comment
|
|
becommentariëren; bediscussiëren; bepraten; bespreken; commentaar geven; commentariëren; doorpraten; doorspreken; praten over; van commentaar voorzien
|
review
|
|
bediscussiëren; bepraten; bespreken; controleren; doorpraten; doorspreken; hervormen; herzien; onderwerp behandelen; praten over; recenseren; reformeren; spreken over; terugblikken
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
awkward
|
benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend
|
bokkig; gebrekkig; gênant; hinderlijk; knullig; koppig; lastig; lastige; moeilijk; naar; niet makkelijk; onaangenaam; onbeholpen; ongelegen; ongemakkelijk; onhandig; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; opgelaten; pijnlijk; schutterig; slungelig; storend; stumperig; stuntelig; zeer doend; zwaar
|
critical
|
benard; benauwd; delicaat; ernstig; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; zorgelijk; zorgwekkend
|
beslissend; doorslaggevend; erg; ernstig; kritisch; kwalijk; moeilijk; problematisch; van bedenkelijke aard
|
delicate
|
delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
|
breekbaar; broos; delicaat; dun; fijn; fijn van smaak; fijne; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; heerlijk van eten; iel; kwetsbaar; lastig; lichtgebouwd; niet schikkend; rank; slank; slank en smal; storend; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; zwak
|
painful
|
benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend
|
genant; pijnlijk; smartelijk; verdrietig makend; zeer doend
|
perilous
|
benard; benauwd; delicaat; ernstig; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; zorgelijk; zorgwekkend
|
angstaanjagend; gevaarlijk; hachelijk; halsbrekend; levensgevaarlijk; risicovol; riskant
|
precarious
|
benard; benauwd; delicaat; ernstig; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair; zorgelijk; zorgwekkend
|
delicaat; fijn van smaak
|
touchy
|
delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
|
aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; kregel; kwalijknemend; lichtgeraakt; prikkelbaar; sensitief
|
worrisome
|
benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend
|
onrustbarend; piekerig; tobberig; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaartillend
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
hard
|
benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend
|
bikkelhard; hard; hardhandig; hardvochtig; ijzerhard; kalkachtig; kalkhoudend; keihard; kritisch; lastig; moeilijk; niet makkelijk; onbarmhartig; ongemakkelijk; ongenadig; onzacht; problematisch; ruw; staalhard; steenhard; zwaar
|
review
|
benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend
|
|