Dutch
Detailed Translations for schrijden from Dutch to English
schrijden:
-
schrijden (waardig lopen)
Conjugations for schrijden:
o.t.t.
- schrijd
- schrijdt
- schrijdt
- schrijden
- schrijden
- schrijden
o.v.t.
- schreed
- schreed
- schreed
- schreden
- schreden
- schreden
v.t.t.
- ben geschreden
- bent geschreden
- is geschreden
- zijn geschreden
- zijn geschreden
- zijn geschreden
v.v.t.
- was geschreden
- was geschreden
- was geschreden
- waren geschreden
- waren geschreden
- waren geschreden
o.t.t.t.
- zal schrijden
- zult schrijden
- zal schrijden
- zullen schrijden
- zullen schrijden
- zullen schrijden
o.v.t.t.
- zou schrijden
- zou schrijden
- zou schrijden
- zouden schrijden
- zouden schrijden
- zouden schrijden
diversen
- schrijd!
- schrijdt!
- geschreden
- schrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schrijden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
stride | pas; schrede; stap | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
stride | schrijden; waardig lopen |