Front: translate Dutch

Summary

Dutch to English: more detail...

front:
- façade; housefront; front; frontline; front side; face; frontage; extent of front; front view; frontal view
Wiktionary:
- front → front

English to Dutch: more detail...

front:
- voorgevel; façade; front; voorkant; gevel; pui; aangezicht; voorzijde; frontlijn; gevechtslinie; vuurlijn; dekmantel; voorste gedeelte; vooreinde; vooreind; voorkanten
Wiktionary:
- front → front, façade, voorkant
- front → façade

Dutch

Detailed Translations for front from Dutch to English

front:

front [het ~] noun

het front (pui; voorgevel; façade; voorkant; gevel)
the façade; the housefront; the front
- façade [the ~] noun
- housefront [the ~] noun
- front [the ~] noun
het front (vuurlijn; frontlijn; gevechtslinie)
the front; the frontline
- front [the ~] noun
- frontline [the ~] noun
het front (voorzijde; voorkant; aangezicht)
the front side; the front; the face
- front side [the ~] noun
- front [the ~] noun
- face [the ~] noun
het front (gevelbreedte)
the frontage; the extent of front
- frontage [the ~] noun
- extent of front [the ~] noun
het front (vooraanzicht; façade; voorkant)
the front view; the frontal view
- front view [the ~] noun
- frontal view [the ~] noun

Translation Matrix for front:

Noun	Related Translations	Other Translations
extent of front	front; gevelbreedte
face	aangezicht; front; voorkant; voorzijde	aangezicht; bakkes; bek; facie; gelaat; gevel; gezicht; letterbeeld; muil; ponum; porum; pui; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tater; tronie; vlak; voorgevel; voorzijde; waffel
façade	façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant	dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
front	aangezicht; façade; front; frontlijn; gevechtslinie; gevel; pui; voorgevel; voorkant; voorzijde; vuurlijn	dekmantel; vooreind; vooreinde; voorkanten; voorste gedeelte
front side	aangezicht; front; voorkant; voorzijde
front view	façade; front; vooraanzicht; voorkant	vooraanzicht
frontage	front; gevelbreedte	gevel; pui; voorgevel; voorzijde
frontal view	façade; front; vooraanzicht; voorkant	frontaanzicht
frontline	front; frontlijn; gevechtslinie; vuurlijn
housefront	façade; front; gevel; pui; voorgevel; voorkant
Verb	Related Translations	Other Translations
face		confronteren; hoofd bieden; onder ogen zien; trotseren

Related Words for "front":

fronten

Wiktionary Translations for front:

front

noun

military: area or line of conflict
- front → front
meteorology: interface between airmasses
- front → front
public face of covert organisation
- front → façade; front

Related Translations for front

English

Detailed Translations for front from English to Dutch

front:

front [the ~] noun

the front (housefront; façade)
de voorgevel; de façade; het front; de voorkant; de gevel; de pui
- voorgevel [de ~ (m)] noun
- façade [de ~ (v)] noun
- front [het ~] noun
- voorkant [de ~ (m)] noun
- gevel [de ~ (m)] noun
- pui [de ~] noun
the front (front side; face)
de voorkant; het aangezicht; de voorzijde; het front
- voorkant [de ~ (m)] noun
- aangezicht [het ~] noun
- voorzijde [de ~] noun
- front [het ~] noun
the front (frontline)
de frontlijn; gevechtslinie; het front; de vuurlijn
- frontlijn [de ~] noun
- gevechtslinie [znw.] noun
- front [het ~] noun
- vuurlijn [de ~] noun
the front (cover; cloak)
de dekmantel
- dekmantel [de ~ (m)] noun
the front (fore-part)
voorste gedeelte; vooreinde; vooreind
- voorste gedeelte [znw.] noun
- vooreinde [znw.] noun
- vooreind [znw.] noun
the front
de voorkanten
- voorkanten [de ~] noun, plural

Translation Matrix for front:

Noun	Related Translations	Other Translations
aangezicht	face; front; front side	appearance; countenance; exterior; face; look; looks; pinnule; sight
dekmantel	cloak; cover; front	disguise; façade
façade	façade; front; housefront	disguise; farce; façade; front view; frontal view; make-believe; pretence; pretense; sham
front	face; façade; front; front side; frontline; housefront	extent of front; front view; frontage; frontal view
frontlijn	front; frontline
gevechtslinie	front; frontline
gevel	façade; front; housefront	face; front wall; frontage
pui	façade; front; housefront	face; frontage
vooreind	fore-part; front
vooreinde	fore-part; front
voorgevel	façade; front; housefront	face; frontage
voorkant	face; façade; front; front side; housefront	front view; frontal view
voorkanten	front
voorste gedeelte	fore-part; front
voorzijde	face; front; front side	face; frontage
vuurlijn	front; frontline	firing-line; line of fire
-	battlefront; figurehead; forepart; front end; front line; front man; movement; nominal head; presence; social movement; straw man; strawman
Verb	Related Translations	Other Translations
-	breast; face; look
Other	Related Translations	Other Translations
-	fore; theater of war; theatre of war

Related Words for "front":

confront, fronts

Synonyms for "front":

advance; advanced; in advance; foremost; frontmost; frontal; head-on; anterior; first; fore
presence; proximity
front end; forepart; side; face
sphere; domain; area; orbit; field; arena
battlefront; front line; line
movement; social movement; social group
atmospheric phenomenon
front man; figurehead; nominal head; straw man; strawman; deceiver; cheat; cheater; trickster; beguiler; slicker
appearance
position; place
look; face; lie
breast; confront; face

Antonyms for "front":

back; rear

Related Definitions for "front":

relating to or located in the front¹
- the front lines¹
- the front porch¹
the side that is seen or that goes first¹
the outward appearance of a person¹
- he put up a bold front¹
a group of people with a common ideology who try together to achieve certain general goals¹
- he led the national liberation front¹
the side that is forward or prominent¹
the line along which opposing armies face each other¹
the part of something that is nearest to the normal viewer¹
- he walked to the front of the stage¹
the immediate proximity of someone or something¹
- he was well behaved in front of company¹
a person used as a cover for some questionable activity¹
(meteorology) the atmospheric phenomenon created at the boundary between two different air masses¹
a sphere of activity involving effort¹
- the Japanese were active last week on the diplomatic front¹
- they advertise on many different fronts¹
confront bodily¹
be oriented in a certain direction, often with respect to another reference point; be opposite to¹

Wiktionary Translations for front:

front

noun

military: area or line of conflict
- front → front
meteorology: interface between airmasses
- front → front
public face of covert organisation
- front → façade; front
main entrance side
- front → voorkant

front

noun

één van de zijden van een voorwerp, namelijk dewelke naar voren gericht is
- voorkant → front

Cross Translation:

From	To	Via
• front	→ façade	↔ Fassade — Vorderansicht eines Gebäudes

Dutch and English Translation Search Results for front

Detailed Translations for front from Dutch to English

front:

front [het ~] noun

het front (pui; voorgevel; façade; voorkant; gevel)

het front (vuurlijn; frontlijn; gevechtslinie)

het front (voorzijde; voorkant; aangezicht)

het front (gevelbreedte)

het front (vooraanzicht; façade; voorkant)

Translation Matrix for front:

Related Words for "front":

Wiktionary Translations for front:

Related Translations for front

Detailed Translations for front from English to Dutch

front:

front [the ~] noun

the front (housefront; façade)

the front (front side; face)

the front (frontline)

the front (cover; cloak)

the front (fore-part)

the front

Translation Matrix for front:

Related Words for "front":

Synonyms for "front":

Antonyms for "front":

Related Definitions for "front":

Wiktionary Translations for front:

Related Translations for front