Summary
Dutch
Detailed Translations for handboeien omdoen from Dutch to English
handboeien omdoen:
handboeien omdoen verb (doe handboeien om, doet handboeien om, deed handboeien om, deden handboeien om, handboeien omgedaan)
-
handboeien omdoen (ketenen; in de boeien slaan)
Conjugations for handboeien omdoen:
o.t.t.
- doe handboeien om
- doet handboeien om
- doet handboeien om
- doen handboeien om
- doen handboeien om
- doen handboeien om
o.v.t.
- deed handboeien om
- deed handboeien om
- deed handboeien om
- deden handboeien om
- deden handboeien om
- deden handboeien om
v.t.t.
- heb handboeien omgedaan
- hebt handboeien omgedaan
- heeft handboeien omgedaan
- hebben handboeien omgedaan
- hebben handboeien omgedaan
- hebben handboeien omgedaan
v.v.t.
- had handboeien omgedaan
- had handboeien omgedaan
- had handboeien omgedaan
- hadden handboeien omgedaan
- hadden handboeien omgedaan
- hadden handboeien omgedaan
o.t.t.t.
- zal handboeien omdoen
- zult handboeien omdoen
- zal handboeien omdoen
- zullen handboeien omdoen
- zullen handboeien omdoen
- zullen handboeien omdoen
o.v.t.t.
- zou handboeien omdoen
- zou handboeien omdoen
- zou handboeien omdoen
- zouden handboeien omdoen
- zouden handboeien omdoen
- zouden handboeien omdoen
en verder
- is handboeien omgedaan
- zijn handboeien omgedaan
diversen
- doe handboeien om!
- doet handboeien om!
- handboeien omgedaan
- handboeien omdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for handboeien omdoen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| clamp | klamp; klem; klemhaak; koeklauw; kram; lijmtang | |
| fetter | aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; boeien; handboeien; handijzers; keten; ketting; kluister | |
| shackle | aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister; voetboei | |
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| clamp | handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen | aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; grijpen; knellen; krammen; met een kram vastmaken; vasthouden; vastklampen; vastklemmen; vastknellen; vastpakken |
| fetter | handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen | vastketenen; vastkluisteren; vastleggen |
| handcuff | handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen | |
| shackle | handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen | binden; boeien; ketenen; kluisteren |
Wiktionary Translations for handboeien omdoen:
handboeien omdoen
verb
-
to apply handcuffs