Adjective | Related Translations | Other Translations |
calamitous
|
heilloos; noodlottig; rampspoedig
|
desastreus; zeer slecht
|
depraved
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
bedorven; liederlijk; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot
|
disastrous
|
heilloos; noodlottig; rampspoedig
|
catastrofaal; desastreus; ellendig; fataal; fnuikend; funest; noodlottig; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; rampzalig; vol tegenslag; zeer slecht
|
fatal
|
heilloos; noodlottig; rampspoedig
|
catastrofaal; desastreus; ellendig; funest; noodlottig; ongelukkig; onzalig; rampspoedig; rampzalig; zeer slecht
|
ill-fated
|
heilloos; noodlottig; rampspoedig
|
huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend
|
noxious
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
|
pestiferous
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
verpestend
|
wicked
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
boos; gebelgd; giftig; kwaad; kwalijk; liederlijk; nijdig; onzedelijk; snood; verbolgen; verdorven; verregaand zedenloos; vertoornd
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
reprobated
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
|