Dutch
Detailed Translations for verwarming from Dutch to English
verwarming:
-
de verwarming (kachel)
-
de verwarming (het verwarmen)
-
de verwarming (centrale verwarming)
the central heating -
de verwarming
Translation Matrix for verwarming:
Noun | Related Translations | Other Translations |
central heating | centrale verwarming; verwarming | |
fire | kachel; verwarming | brand; fik; gloed; haardvuur; hartstocht; hartstochtelijkheid; kacheltje; kleine kachel; overgave; passie; schieten; vuren; vurigheid; vuur |
heater | kachel; verwarming | |
heating | het verwarmen; verwarming | broei; verhitting |
stove | kachel; verwarming | fornuis; keukenfornuis; komfoor; kookkachel; kookplaat; rechaud; stookinrichting |
warming | het verwarmen; verwarming | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fire | aan de dijk zetten; aanmoedigen; aanvuren; afbranden; afdanken; afschieten; afvloeien; afvuren; bezielen; congé geven; eruit gooien; leegbranden; ontheffen; ontslaan; platbranden; schieten; schoten lossen; toejuichen; uitbranden; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; vuren; wegsturen; wegzenden |
Related Words for "verwarming":
Related Definitions for "verwarming":
Wiktionary Translations for verwarming:
verwarming
Cross Translation:
noun
verwarming
noun
-
a system that raises the temperature of a room or building
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwarming | → heating; stoking | ↔ chauffage — action de chauffer |