Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. relatief:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for relatief from Dutch to English

relatief:


Translation Matrix for relatief:

NounRelated TranslationsOther Translations
fair kermis; kermisterrein
relative bloedverwant; familielid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
comparative betrekkelijk; relatief vergelijkend
paradigmatic betrekkelijk; relatief persoonlijk; subjectief
relative betrekkelijk; relatief desbetreffend; het relevante wetsartikel
AdverbRelated TranslationsOther Translations
fairly betrekkelijk; relatief behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk
moderately betrekkelijk; relatief
relatively betrekkelijk; relatief navenant; vergelijkend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fair betrekkelijk; relatief behoorlijke; billijk; blond; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; fair; fideel; geschikt; goudblond; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; redelijk; redelijke; rondborstig; ronduit; schappelijk; tamelijke; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zedig

Wiktionary Translations for relatief:

relatief
adjective
  1. betrekkelijk
relatief
adverb
  1. in a comparative manner
  2. proportionally
adjective
  1. conditional; depending on something else

Cross Translation:
FromToVia
relatief in relation; concerning; relative relatif — relatif à la relation