Dutch
Detailed Translations for winterstorm from Dutch to English
winterstorm: (*Using Word and Sentence Splitter)
Wiktionary Translations for winterstorm:
winterstorm
noun
-
A winter storm
English
Detailed Translations for winterstorm from English to Dutch
winterstorm: (*Using Word and Sentence Splitter)
- winter: winter; overwinteren
- storm: wind; stormwind; aanvallen; overvallen; bestormen; attaqueren; noodweer; tieren; hondenweer; te keer gaan; fulmineren; hevige wind; razen; woeden; tekeergaan; haasten; jachten; spoeden; ketteren; tot spoed aanzetten; uitvaren; donderen; belegeren; stormlopen; uit de slof schieten