Dutch
Detailed Translations for bondgenoot from Dutch to English
bondgenoot:
-
de bondgenoot (medestander; geallieerde)
-
de bondgenoot (medestrijder; partner; medestander)
Translation Matrix for bondgenoot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ally | bondgenoot; geallieerde; medestander | |
brother-in-arms | bondgenoot; medestander; medestrijder; partner | medestrijder; strijdgenoot; wapenbroeder |
comrade | bondgenoot; medestander; medestrijder; partner | compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; medestrijder; pal; spitsbroeder; strijdgenoot; strijdmakker; vriend; vriendje; wapenbroeder |
partner | bondgenoot; medestander; medestrijder; partner | compagnon; echtgenoot; eega; firmant; gabber; gade; gezel; gezellin; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; levensgezel; levenspartner; maat; maatje; makker; man; medespeler; pal; partner; speelgenoot; speelkameraad; speelmakker; spitsbroeder; vriend; vrouw |
supporter | bondgenoot; medestander; medestrijder; partner | aanhanger; begunstiger; donateur; fan; opdrachtgever; schenker; supporter |
Wiktionary Translations for bondgenoot:
bondgenoot
noun
-
someone of the same side
-
anything associated with another as a helper
-
one united to another by treaty or league