Summary
Dutch to English: more detail...
- jat:
-
jatten:
- grasp; caught; snatch; seize; grip; catch; snatch away; drag; clutch; yearn; reach; slog away; toil and moil; rummage about; rout; clasp; pilfer; snout; slave away; stick; root; scratch; steal; snitch; nick; pinch; swipe; expropriate; rob; purloin; take; take away; make off with; filch; cadge; collar; go thieving
- Wiktionary:
English to Dutch: more detail...
Dutch
Detailed Translations for jat from Dutch to English
jat:
Translation Matrix for jat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hand | hand; jat; klauw; knuist; poot | arbeider; arbeidskracht; boerenknecht; hand; handdruk; handje; hulpje; klerk; knecht; medewerker; personeelslid; werker; werkkracht; werkman; werknemer; wijzer |
palm | hand; jat; klauw; knuist; poot | handpalm; palm |
paw | hand; jat; klauw; knuist; poot | vinger |
Verb | Related Translations | Other Translations |
hand | aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; reiken; toesteken | |
palm | aanpraten; aansmeren | |
paw | krassen; zich krabben |
Related Words for "jat":
jatten:
-
jatten (wegkapen; grissen; grijpen; snaaien; pikken; graaien)
-
jatten (ontvreemden; stelen; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken)
-
jatten (stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
-
jatten (stelen; pikken; verduisteren; wegpikken; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; gappen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen)
Conjugations for jatten:
o.t.t.
- jat
- jat
- jat
- jatten
- jatten
- jatten
o.v.t.
- jatte
- jatte
- jatte
- jatten
- jatten
- jatten
v.t.t.
- heb gejat
- hebt gejat
- heeft gejat
- hebben gejat
- hebben gejat
- hebben gejat
v.v.t.
- had gejat
- had gejat
- had gejat
- hadden gejat
- hadden gejat
- hadden gejat
o.t.t.t.
- zal jatten
- zult jatten
- zal jatten
- zullen jatten
- zullen jatten
- zullen jatten
o.v.t.t.
- zou jatten
- zou jatten
- zou jatten
- zouden jatten
- zouden jatten
- zouden jatten
en verder
- is gejat
diversen
- jat!
- jat!
- gejat
- jattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for jatten:
Related Words for "jatten":
Wiktionary Translations for jatten:
jatten
Cross Translation:
verb
jatten
-
iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen
- jatten → nick
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• jatten | → rip; nick; steal; snitch; shoplift; pinch; bag; swipe | ↔ klauen — (transitiv) umgangssprachlich: etwas entwenden, stehlen |
• jatten | → cut; mow; reap | ↔ faucher — couper à la faux ou à la machine. |
External Machine Translations:
English
Detailed Translations for jat from English to Dutch
jat:
Synonyms for "jat":
Jat:
Related Definitions for "Jat":
External Machine Translations: