Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lamleggen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lamleggen from Dutch to English

lamleggen:

lamleggen verb (leg lam, legt lam, legde lam, legden lam, lamgelegd)

  1. lamleggen (verlammen)
    to paralyse; to cripple; to paralyze
    • paralyse verb, British (paralyses, paralysed, paralysing)
    • cripple verb (cripples, crippled, crippling)
    • paralyze verb, American

Conjugations for lamleggen:

o.t.t.
  1. leg lam
  2. legt lam
  3. legt lam
  4. leggen lam
  5. leggen lam
  6. leggen lam
o.v.t.
  1. legde lam
  2. legde lam
  3. legde lam
  4. legden lam
  5. legden lam
  6. legden lam
v.t.t.
  1. heb lamgelegd
  2. hebt lamgelegd
  3. heeft lamgelegd
  4. hebben lamgelegd
  5. hebben lamgelegd
  6. hebben lamgelegd
v.v.t.
  1. had lamgelegd
  2. had lamgelegd
  3. had lamgelegd
  4. hadden lamgelegd
  5. hadden lamgelegd
  6. hadden lamgelegd
o.t.t.t.
  1. zal lamleggen
  2. zult lamleggen
  3. zal lamleggen
  4. zullen lamleggen
  5. zullen lamleggen
  6. zullen lamleggen
o.v.t.t.
  1. zou lamleggen
  2. zou lamleggen
  3. zou lamleggen
  4. zouden lamleggen
  5. zouden lamleggen
  6. zouden lamleggen
en verder
  1. ben lamgelegd
  2. bent lamgelegd
  3. is lamgelegd
  4. zijn lamgelegd
  5. zijn lamgelegd
  6. zijn lamgelegd
diversen
  1. leg lam!
  2. legt lam!
  3. lamgelegd
  4. lamleggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lamleggen:

NounRelated TranslationsOther Translations
cripple verminkte
VerbRelated TranslationsOther Translations
cripple lamleggen; verlammen mismaken; misvormen; verminken
paralyse lamleggen; verlammen krachteloos maken; machteloos maken; ontwrichten; verlammen
paralyze lamleggen; verlammen krachteloos maken; machteloos maken; ontwrichten; verlammen

Wiktionary Translations for lamleggen:


Cross Translation:
FromToVia
lamleggen paralyse; paralyze; stun paralyserfrapper de paralysie.