Dutch
Detailed Translations for dampbad from Dutch to English
dampbad: (*Using Word and Sentence Splitter)
- damp: vapor; vapour; evaporation; thick smoke
- bad: pool; swimming pool; tub; bath; bathtub; bathing tub
- dampen: evaporate; steam; vapours; vapors; smoke
Wiktionary Translations for dampbad:
dampbad
noun
-
het geleiden van damp of uitwaseming van warme geneesmiddelen naar een ziekelijk deel des lichaams voor inhalatie, huidreiniging
- dampbad → inhalation
English
Detailed Translations for dampbad from English to Dutch
dampbad: (*Using Word and Sentence Splitter)
- damp: vochtig; humide; temperen; nat; regenachtig; met neerslag; dampig; damp uitwasemend
- bad: slecht; gemeen; vals; min; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; slap; slapjes; stiekem; achterbaks; geniepig; snood; gluiperig; in het geniep