Summary
Dutch
Detailed Translations for observeren from Dutch to English
observeren:
Conjugations for observeren:
o.t.t.
- observeer
- observeert
- observeert
- observeren
- observeren
- observeren
o.v.t.
- observeerde
- observeerde
- observeerde
- observeerden
- observeerden
- observeerden
v.t.t.
- heb geobserveerd
- hebt geobserveerd
- heeft geobserveerd
- hebben geobserveerd
- hebben geobserveerd
- hebben geobserveerd
v.v.t.
- had geobserveerd
- had geobserveerd
- had geobserveerd
- hadden geobserveerd
- hadden geobserveerd
- hadden geobserveerd
o.t.t.t.
- zal observeren
- zult observeren
- zal observeren
- zullen observeren
- zullen observeren
- zullen observeren
o.v.t.t.
- zou observeren
- zou observeren
- zou observeren
- zouden observeren
- zouden observeren
- zouden observeren
en verder
- ben geobserveerd
- bent geobserveerd
- is geobserveerd
- zijn geobserveerd
- zijn geobserveerd
- zijn geobserveerd
diversen
- observeer!
- observeert!
- geobserveerd
- observerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
observeren (aanschouwen; zien)
Translation Matrix for observeren:
Wiktionary Translations for observeren:
observeren
Cross Translation:
verb
observeren
-
gericht via de zintuigen van iets kennis nemen
- observeren → observe
verb
-
to notice, to watch
-
to observe carefully
-
look at attentively
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• observeren | → keep; mind; observe; comply; mark; obey; respect; watch; abide; abide by | ↔ observer — Traductions à trier suivant le sens |