Summary
Dutch to English: more detail...
- aanbetaling:
-
Wiktionary:
- aanbetaling → down payment, deposit
- aanbetaling → deposit, down payment, first instalment, initial deposit
Dutch
Detailed Translations for aanbetaling from Dutch to English
aanbetaling:
-
de aanbetaling
Translation Matrix for aanbetaling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
deposit | aanbetaling | afzetsel; belegging; bezinksel; deposito; depot; drab; droesem; geldbelegging; grondsop; grondsoppen; inleg; investering; kit; kleefstof; lijm; minimum inleg; plak; plaksel; residu; sediment; statiegeld; storting; zetsel |
down payment | aanbetaling | aanbetalen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
deposit | aanbetalen; bijstorten; deponeren; geld overmaken; in bewaring geven; leggen; neerleggen; neerzetten; op rekening storten; overboeken; overschrijven; overzenden; plaatsen; stationeren; storten; zetten |
Wiktionary Translations for aanbetaling:
aanbetaling
Cross Translation:
noun
aanbetaling
-
een eerste betaling bij het kopen van iets op afbetaling of in termijnen
- aanbetaling → down payment
noun
-
payment representing a fraction of the price
-
money given as an initial payment
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanbetaling | → deposit | ↔ Anzahlung — Zahlung des ersten Teiles eines Gesamtbetrages |
• aanbetaling | → down payment; first instalment; initial deposit | ↔ acompte — Somme d’argent versée dès la signature d’un contrat, et enlevant toute possibilité de dédit |