Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: vrijdag

Dutch and English Translation Search Results for vrijdag

Summary

Dutch to English: more detail...

vrijdag:
- Friday
Wiktionary:
- vrijdag → Friday
- vrijdag → Friday

Dutch

Detailed Translations for vrijdag from Dutch to English

vrijdag:

vrijdag [de ~ (m)] noun

de vrijdag
the Friday
- Friday [the ~] noun

Translation Matrix for vrijdag:

Noun	Related Translations	Other Translations
Friday	vrijdag

Related Words for "vrijdag":

vrijdagen, vrijdags

Related Definitions for "vrijdag":

de vijfde dag van de week¹
- op vrijdag eten we vaak vis¹

Wiktionary Translations for vrijdag:

vrijdag

noun

een dag van de week die na donderdag en voor zaterdag komt
- vrijdag → Friday

vrijdag

noun

day of the week
- Friday → vrijdag

Cross Translation:

From	To	Via
• vrijdag	→ Friday	↔ Freitag — fünfter Wochentag im deutschen Kalender gemäß DIN 1355 (nach christl./jüd. Zählung der 6.); Tag zwischen Donnerstag und Samstag

¹Muiswerk Woordenboek