Dutch
Detailed Translations for ondeugd from Dutch to English
ondeugd:
-
de ondeugd (zedelijke slechtheid; zonde)
-
de ondeugd (guitigheid)
-
de ondeugd (kwajongen; deugniet; boefje; bengel; schelm; vlegel; schavuit)
the rascal; the knave; the naughty boy; the scoundrel; the baddie; the rogue; the naughty child; the blackguard; the good for nothing
Translation Matrix for ondeugd:
External Machine Translations: