Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aanhankelijk:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for aanhankelijk:
    • clingy


Dutch

Detailed Translations for aanhankelijk from Dutch to English

aanhankelijk:

aanhankelijk adj

  1. aanhankelijk

Translation Matrix for aanhankelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
affectionate aanhankelijk bemind; dierbaar; favoriete; gehecht; geliefd; geselecteerd; hartelijk; lief; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; lievelings; minnelijk; toegenegen; verknocht; verkoren; vriendelijk
attached aanhankelijk aan elkaar zittend; aaneengehecht; aangevoegd; bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd; gehecht; gekoppeld; vastzittend; verbonden; verkleefd; verknocht
devoted aanhankelijk gehecht; toegedaan; toegewijd; verknocht

Related Words for "aanhankelijk":


Wiktionary Translations for aanhankelijk:

aanhankelijk
adjective
  1. trouw, toegenegen

Cross Translation:
FromToVia
aanhankelijk affectionate; caring affectueux — Qui montre de l’affection, de l’amour.