Summary
Dutch to English: more detail...
- ontaarden:
-
Wiktionary:
- ontaarden → degenerate
- ontaarden → degenerate, bastardize
Dutch
Detailed Translations for ontaarden from Dutch to English
ontaarden:
-
ontaarden (degenereren; achteruitgaan; verworden; verderven)
-
ontaarden (uitlopen op)
Conjugations for ontaarden:
o.t.t.
- ontaard
- ontaardt
- ontaardt
- ontaarden
- ontaarden
- ontaarden
o.v.t.
- ontaardde
- ontaardde
- ontaardde
- ontaardden
- ontaardden
- ontaardden
v.t.t.
- ben ontaard
- bent ontaard
- is ontaard
- zijn ontaard
- zijn ontaard
- zijn ontaard
v.v.t.
- was ontaard
- was ontaard
- was ontaard
- waren ontaard
- waren ontaard
- waren ontaard
o.t.t.t.
- zal ontaarden
- zult ontaarden
- zal ontaarden
- zullen ontaarden
- zullen ontaarden
- zullen ontaarden
o.v.t.t.
- zou ontaarden
- zou ontaarden
- zou ontaarden
- zouden ontaarden
- zouden ontaarden
- zouden ontaarden
diversen
- ontaard!
- ontaardt!
- ontaard
- ontaardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
ontaarden (gedegenereerden)
the degenerates
Translation Matrix for ontaarden:
Wiktionary Translations for ontaarden:
ontaarden
Cross Translation:
verb
-
overgaan in iets verkeerds
- ontaarden → degenerate
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontaarden | → degenerate; bastardize | ↔ abâtardir — altérer de façon à faire dégénérer par un mélange génétique. |