Noun | Related Translations | Other Translations |
bearing
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
air; kogellager; lager; peiling; van plaats
|
behavior
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
gedrag
|
behaviour
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
|
conduct
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
|
course
|
handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
|
baan; beloop; cursus; cursusprogramma; diner; eten; gerecht; koers; kursus; leergang; leerprogramma; les; lesprogramma; lesuur; maal; maaltijd; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijsprogramma; parcours; richting; route; schotel; studie
|
demeanor
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
|
demeanour
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
|
deportment
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
air
|
manner
|
handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
|
|
method
|
handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
|
aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze
|
methodology
|
handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
|
methodiek
|
mode
|
handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
|
modus; tonaliteit; toonaard; toonsoort
|
way
|
handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
|
afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; weg
|
way of behaving
|
gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
conduct
|
|
begeleiden; chaperonneren; dirigeren; escorteren; geleiden; meegaan; meelopen; orkest dirigeren; vergezellen; volgen
|
course
|
|
voortvloeien uit
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
course
|
|
verloop
|