Noun | Related Translations | Other Translations |
fine
|
|
bekeuring; boete; boeten; bon; geldboete; geldstraf; penalty
|
good
|
|
artikel; ding; goed; item; object; product; voorwerp; zaak
|
right
|
|
gelijk; gerechtigheid; recht
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
agree
|
|
accorderen; afspreken; bijvallen; congruent zijn; eens worden; gelijk geven; goed vinden; instemmen; jaknikken; kloppen; knikken; overeenkomen; overeenstemmen; rugsteunen; steunen; toestaan; toestemmen
|
correct
|
|
beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; rechtstrijken; rechtzetten; renoveren; repareren; verbeteren
|
fine
|
|
beboeten
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
correct
|
akkoord; in orde; mee eens
|
correct; goed; juist; juiste; keurig; onberispelijk; onbesproken; precies
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
right
|
|
rechtsaf; rechtsom
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
agree
|
akkoord; in orde; mee eens
|
|
fine
|
akkoord; in orde; mee eens
|
fijn; fijne; geschikt; kiplekker; mieters; opperbest; prima; slank en smal; subtiel; tof; van zand of regen
|
good
|
akkoord; in orde; mee eens
|
aangenaam; behaaglijk; bekwaam; braaf; capabel; competent; deskundig; deugdzaam; fijn; geschikt; leuk; lief; oordeelkundig; plezant; plezierig; prettig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; voorbeeldig; zoet
|
right
|
akkoord; in orde; mee eens
|
correct; eerlijk; fair; gepast; geschikt; geëigend; goed; juist; juiste; kloppend; passend; precies; rechts; uitgerekend; waar; zoëven
|