Noun | Related Translations | Other Translations |
fit
|
|
convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
fit
|
|
aanbrengen; aankunnen; aanleggen; aanpassen; aanproberen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; proberen; stroken; stroken met
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
able-bodied
|
valide
|
|
fit
|
arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
|
adequaat; bekwaam; blakend; capabel; competent; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; juist; passend
|
justified
|
gegrond; geldig; valide
|
billijk; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig
|
lawful
|
aannemelijk; geldig; valabel; valide
|
billijk; gewettigd; legaal; legitiem; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; wetmatig; wettelijk; wettig
|
legitimate
|
aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
|
aannemelijk; billijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; gerechtvaardigd; gewettigd; legaal; legitiem; logisch; op deugdelijke gronden steunend; op goede gronden steunend; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; solide; steekhoudend; wetmatig; wettelijk; wettig
|
reasoned
|
gegrond; geldig; valide
|
|
valid
|
aannemelijk; arbeidsgeschikt; geldig; geschikt; in staat te werken; valabel; valide
|
aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; geldend; geldig; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend
|
well-founded
|
gegrond; geldig; valide
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
capable for work
|
arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
|
|
warranted
|
gegrond; geldig; valide
|
billijk; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig
|