Dutch
Detailed Translations for vertwijfelen from Dutch to English
vertwijfelen:
-
vertwijfelen
Conjugations for vertwijfelen:
o.t.t.
- vertwijfel
- vertwijfelt
- vertwijfelt
- vertwijfelen
- vertwijfelen
- vertwijfelen
o.v.t.
- vertwijfelde
- vertwijfelde
- vertwijfelde
- vertwijfelden
- vertwijfelden
- vertwijfelden
v.t.t.
- ben vertwijfeld
- bent vertwijfeld
- is vertwijfeld
- zijn vertwijfeld
- zijn vertwijfeld
- zijn vertwijfeld
v.v.t.
- was vertwijfeld
- was vertwijfeld
- was vertwijfeld
- waren vertwijfeld
- waren vertwijfeld
- waren vertwijfeld
o.t.t.t.
- zal vertwijfelen
- zult vertwijfelen
- zal vertwijfelen
- zullen vertwijfelen
- zullen vertwijfelen
- zullen vertwijfelen
o.v.t.t.
- zou vertwijfelen
- zou vertwijfelen
- zou vertwijfelen
- zouden vertwijfelen
- zouden vertwijfelen
- zouden vertwijfelen
diversen
- vertwijfel!
- vertwijfelt!
- vertwijfeld
- vertwijfelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vertwijfelen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| despair | radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop | |
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| despair | vertwijfelen | wanhopen |
Wiktionary Translations for vertwijfelen:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • vertwijfelen | → despair | ↔ désespérer — perdre l’espoir de quelque chose. |