Summary
Dutch to English: more detail...
- volgend:
- volgen:
-
Wiktionary:
- volgend → next, following, subsequent
- volgend → next
- volgend → next, ahead, forthcoming, future, coming, upcoming, following, subsequent, speedy
- volgen → follow, observe, attend, pursue
- volgen → monitoring
- volgen → result, amount, adjoin, conduct, guide, lead, channel, wage, bring, drive, exit, go out, alight, emerge, leave, quit, accomplish, attain, get, reach, achieve, arrive at, follow, come after, succeed, trail, abide by, abide, travel
Dutch
Detailed Translations for volgend from Dutch to English
volgend:
-
volgend
Translation Matrix for volgend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
following | achtervolgen; daaropvolgend; volgen | |
next | daaropvolgend | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
following | volgend | komend; navolgend; onderstaande; volgende |
subsequent | volgend | komend; navolgend; onderstaande; opvolgend; volgende |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
next | later; straks; zometeen | |
Other | Related Translations | Other Translations |
following | naar aanleiding van | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
next | volgend | aankomend; aanstaand; aanstaande; daarna; eerstvolgend; hierna; hierop; komend; later; naderhand; nadien; navolgend; onderstaande; toekomend; toekomstig; toekomstige; vervolgens; volgende |
Antonyms for "volgend":
Related Definitions for "volgend":
Wiktionary Translations for volgend:
volgend
volgend
Cross Translation:
adverb
adjective
-
nearest date, time, space or order
-
following in a sequence
-
following in time
-
following in order of place
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• volgend | → next; ahead; forthcoming; future; coming; upcoming; following; subsequent; speedy | ↔ prochain — Voisin, suivant. |
• volgend | → following; next; ahead; coming; subsequent | ↔ suivant — Qui est après, qui vient après. |
volgend form of volgen:
-
volgen (achternalopen; achternagaan; nalopen)
-
volgen (vergezellen; begeleiden; chaperonneren; meegaan; geleiden; escorteren; meelopen)
to accompany; to conduct; come along with; to chaperon; to escort; to walk along-
come along with verb
-
volgen (opvolgen; navolgen)
-
volgen (achtervolgen; achternazitten; nazitten)
-
volgen
Conjugations for volgen:
o.t.t.
- volg
- volgt
- volgt
- volgen
- volgen
- volgen
o.v.t.
- volgde
- volgde
- volgde
- volgden
- volgden
- volgden
v.t.t.
- heb gevolgd
- hebt gevolgd
- heeft gevolgd
- hebben gevolgd
- hebben gevolgd
- hebben gevolgd
v.v.t.
- had gevolgd
- had gevolgd
- had gevolgd
- hadden gevolgd
- hadden gevolgd
- hadden gevolgd
o.t.t.t.
- zal volgen
- zult volgen
- zal volgen
- zullen volgen
- zullen volgen
- zullen volgen
o.v.t.t.
- zou volgen
- zou volgen
- zou volgen
- zouden volgen
- zouden volgen
- zouden volgen
en verder
- ben gevolgd
- bent gevolgd
- is gevolgd
- zijn gevolgd
- zijn gevolgd
- zijn gevolgd
diversen
- volg!
- volgt!
- gevolgd
- volgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
volgen (achtervolgen)
Translation Matrix for volgen:
Related Words for "volgen":
Antonyms for "volgen":
Related Definitions for "volgen":
Wiktionary Translations for volgen:
volgen
Cross Translation:
verb
volgen
-
achterna gaan
- volgen → follow
verb
-
to follow
-
to be a logical consequence of
-
to live one’s life according to
-
to go or come after in physical space
-
to be present at
-
to travel down a particular way or course of action
-
The act of listening, carrying out surveillance on
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• volgen | → result; amount; adjoin; conduct; guide; lead; channel; wage; bring; drive; exit; go out; alight; emerge; leave; quit; accomplish; attain; get; reach; achieve; arrive at | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
• volgen | → follow; result; amount | ↔ résulter — S’ensuivre. — note Il s’emploie pour marquer les inductions, les conséquences qu’on tirer d’un discours, d’un raisonnement, d’un examen, d’une recherche, etc. |
• volgen | → follow; come after; succeed; trail; abide by; abide; travel | ↔ suivre — Traductions à trier suivant le sens |