Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. voorlichten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voorlichten from Dutch to English

voorlichten:

voorlichten verb

  1. voorlichten (inlichten; onderrichten)
    to inform; to brief; to instruct; to explain; to teach; to prepare; to train; to learn
    • inform verb (informs, informed, informing)
    • brief verb (briefs, briefed, briefing)
    • instruct verb (instructs, instructed, instructing)
    • explain verb (explains, explained, explaining)
    • teach verb (teaches, taught, teaching)
    • prepare verb (prepares, prepared, preparing)
    • train verb (trains, trained, training)
    • learn verb (learns, learnt, learning)

Translation Matrix for voorlichten:

NounRelated TranslationsOther Translations
train karavaan; sleep; spoortrein; trein; treinstel
VerbRelated TranslationsOther Translations
brief inlichten; onderrichten; voorlichten inseinen
explain inlichten; onderrichten; voorlichten accentueren; belichten; beschrijven; duiden; mededelen; ontvouwen; ophelderen; opklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; verhalen; verhelderen; verklaren; vertellen; zeggen
inform inlichten; onderrichten; voorlichten aandienen; berichten; bewust maken; iets aankondigen; iets melden; informeren; inlichten; kennisgeven van; meedelen; melden; mening kenbaar maken; op de hoogte brengen; rapporteren; tippen; van iets in kennis stellen; verkondigen; verslag uitbrengen; verwittigen; waarschuwen; zeggen
instruct inlichten; onderrichten; voorlichten bijbrengen; doceren; gebieden; gelasten; instructie geven; instrueren; lesgeven; onderrichten; onderwijzen; opdracht geven; opdragen; voorschrijven
learn inlichten; onderrichten; voorlichten aanleren; aantreffen; aanwennen; bijbrengen; blokken; eigen maken; eigenmaken; gewend raken; horen; iets leren; instuderen; kennis opdoen; leerstof erin stampen; leren; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; studeren; te horen krijgen; tegenkomen; vernemen; verwerven; vinden; vossen
prepare inlichten; onderrichten; voorlichten bereiden; bijbrengen; brouwen; doceren; gereed maken; gereedmaken; iets toebereiden; in het leven roepen; inwerken; klaarmaken; maken; onderrichten; onderwijzen; prepareren; scheppen; toebereiden; toerusten; uitrusten; voorbereiden; voorbereiden op; voorbereiding treffen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorwerken; zich uitrusten
teach inlichten; onderrichten; voorlichten bijbrengen; bijleren; doceren; leren; lesgeven; onderrichten; onderwijzen
train inlichten; onderrichten; voorlichten africhten; bekwamen; bijbrengen; blokken; coachen; dier africhten; doceren; dresseren; harden; leren; oefenen; onderrichten; onderwijzen; ontwikkelen; opleiden; repeteren; scholen; studeren; trainen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
brief bondig; eindig; haastig; kort; kortstondig; samengevat; terloops; vergankelijk; vluchtig; voorbijgaand

Wiktionary Translations for voorlichten:

voorlichten
verb
  1. to impart information or knowledge (intransitive)
  2. to communicate knowledge to (an)other(s)

Cross Translation:
FromToVia
voorlichten inform; report; acquaint; enlighten; notify; advise; apprise; find out informerinstruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose.
voorlichten inform; report; acquaint; enlighten; notify; advise; apprise renseigner — Donner des renseignements. (Sens général).