Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aangemeld:
  2. aanmelden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aangemeld from Dutch to English

aangemeld:

aangemeld adj

  1. aangemeld (ingeschreven)

Translation Matrix for aangemeld:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
registered aangemeld; ingeschreven aangetekend; geregistreerd; opgenomen

aangemeld form of aanmelden:

aanmelden verb (meld aan, meldt aan, meldde aan, meldden aan, aangemeld)

  1. aanmelden (subscriberen; opgeven; inschrijven; intekenen)
    to subscribe; to register; to enroll; to inscribe; to enlist; to enter; to enrol
    • subscribe verb (subscribes, subscribed, subscribing)
    • register verb (registers, registered, registering)
    • enroll verb, American (enrolls, enrolled, enrolling)
    • inscribe verb (inscribes, inscribed, inscribing)
    • enlist verb (enlists, enlisted, enlisting)
    • enter verb (enters, entered, entering)
    • enrol verb, British
  2. aanmelden (inschrijven; aanmonsteren)
    to register; to sign on; to engage
    • register verb (registers, registered, registering)
    • sign on verb (signs on, signed on, signing on)
    • engage verb (engages, engaged, engaging)
  3. aanmelden
    log on
    – To gain access to a specific computer, program, or network by identifying oneself with a username and a password. 1
  4. aanmelden
    the logon
    – The process of identifying oneself to a computer after connecting to it over a communications line. 1
  5. aanmelden
    sign in
    – To create a user session for an Internet account. For example, you sign in to a Windows Live ID, an Internet service provider account, or an XML Web service. 1
  6. aanmelden
    to subscribe
    – To select the views to be loaded onto a mobile device. 1
    • subscribe verb (subscribes, subscribed, subscribing)
  7. aanmelden
    to enlist
    – To associate an orchestration with the physical environment in which it will run. 1
    • enlist verb (enlists, enlisted, enlisting)

Conjugations for aanmelden:

o.t.t.
  1. meld aan
  2. meldt aan
  3. meldt aan
  4. melden aan
  5. melden aan
  6. melden aan
o.v.t.
  1. meldde aan
  2. meldde aan
  3. meldde aan
  4. meldden aan
  5. meldden aan
  6. meldden aan
v.t.t.
  1. heb aangemeld
  2. hebt aangemeld
  3. heeft aangemeld
  4. hebben aangemeld
  5. hebben aangemeld
  6. hebben aangemeld
v.v.t.
  1. had aangemeld
  2. had aangemeld
  3. had aangemeld
  4. hadden aangemeld
  5. hadden aangemeld
  6. hadden aangemeld
o.t.t.t.
  1. zal aanmelden
  2. zult aanmelden
  3. zal aanmelden
  4. zullen aanmelden
  5. zullen aanmelden
  6. zullen aanmelden
o.v.t.t.
  1. zou aanmelden
  2. zou aanmelden
  3. zou aanmelden
  4. zouden aanmelden
  5. zouden aanmelden
  6. zouden aanmelden
diversen
  1. meld aan!
  2. meldt aan!
  3. aangemeld
  4. aanmeldende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanmelden [znw.] noun

  1. aanmelden (inschrijving)
    the applying; the registration; the entry

Translation Matrix for aanmelden:

NounRelated TranslationsOther Translations
applying aanmelden; inschrijving aanvragen; opgeven
entry aanmelden; inschrijving aankomst; binnenkomst; boeking; entree; hoofdwoord; ingang; inkomst; inlaat; inschrijving; intocht; intrede; invoer; lemma; toegang; toetreding; trefwoord; vermelding
logon aanmelden
register bevolkingsbureau; hoofdboek; kiesregister; kiezerslijst; kiezersregister; klapper; ledenlijst; lijst; register
registration aanmelden; inschrijving aanmelding; boeking; inschrijving; opgave; registratie
VerbRelated TranslationsOther Translations
engage aanmelden; aanmonsteren; inschrijven aangrijpen; aannemen; aantrekken; aanwenden; benutten; engageren; erbij betrekken; gebruiken; in dienst nemen; inhuren; inviteren; toepassen; uitnodigen; verbintenis aangaan
enlist aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen aanroepen; annexeren; engageren; inlijven; inroepen; inschrijven; intekenen; inviteren; opgeven; overnemen; uitnodigen
enrol aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen annexeren; inlijven; inschrijven; intekenen; opgeven; overnemen
enroll aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen annexeren; inlijven; inschrijven; intekenen; opgeven; overnemen
enter aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen aangaan; aanknopen; aantreden; betreden; binnen gaan; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenmarcheren; binnenstappen; binnentreden; binnentrekken; ingaan; inklaren; inschrijven; insturen; invallen; invoeren; inzenden; klaren; naar binnen vallen; opgeven; penetreren; toetreden
inscribe aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen bedrukken; boeken; graveren; griffelen; griffen; inschrijven; met een stift inkrassen; noteren; opdrukken; opgeven; opschrijven; optekenen; overdrukken; registreren; vastleggen
log on aanmelden
register aanmelden; aanmonsteren; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen aantekenen; boeken; inboeken; index maken; indexeren; inschrijven; intekenen; kadastreren; noteren; op schrift stellen; opgeven; opschrijven; optekenen; registeren; registreren; vastleggen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
sign in aanmelden
sign on aanmelden; aanmonsteren; inschrijven aannemen; aantrekken; in dienst nemen; inhuren
subscribe aanmelden; inschrijven; intekenen; opgeven; subscriberen aanmelden bij; abonneren; inschrijven; intekenen; opgeven
- opgeven

Synonyms for "aanmelden":


Related Definitions for "aanmelden":

  1. zeggen dat je eraan mee wilt doen2
    • ik meld me aan voor de wedstrijd2

Wiktionary Translations for aanmelden:

aanmelden
verb
  1. zich opgeven
  2. zich bekend maken met gebruikersnaam en wachtwoord
aanmelden
verb
  1. gain access to a computer system

Cross Translation:
FromToVia
aanmelden register anmelden — sich eintragen lassen