Dutch

Detailed Translations for aanhangsels from Dutch to English

aanhangsels:


aanhangsels form of aanhangsel:

aanhangsel [het ~] noun

  1. het aanhangsel (addendum; toevoeging; appendix; )
    the addition; the appendix; the addendum; the supplement; the affix; the appendage; the extra

Translation Matrix for aanhangsel:

NounRelated TranslationsOther Translations
addendum aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel addendum
addition aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel aanbouw; aangroeiing; aanvoeging; aanwas; bijmenging; bijtelling; bijvoeging; optelling; samentelling; som; toevoeging; toevoegsel; uitbouw; uitbreiding; vermeerdering
affix aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
appendage aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
appendix aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel aanvulling; additie; bijlage; blinde darm; meezending; toelichting
extra aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel figurant; figurante; toegift; voordeel
supplement aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel aanvulling; additie; bijlage; meezending; supplement; suppletie; toelichting
VerbRelated TranslationsOther Translations
affix bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; lijmen; opplakken; vasthechten; vastlijmen; vastmaken; vastnaaien; vastplakken; vastzetten
supplement supplementeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
extra aanvullend; extra; meer
ModifierRelated TranslationsOther Translations
extra extra; toegevoegd

Related Words for "aanhangsel":


Wiktionary Translations for aanhangsel:

aanhangsel
noun
  1. text added to the end of a book or an article
  2. appendix
  3. that which is affixed
  4. clothing accessory
  5. that which belongs to something else deemed the principal, attachment
  6. letters or sounds added at the end of a word to modify the word's meaning

Cross Translation:
FromToVia
aanhangsel appendage; appendix; addition; adjunct; supplement; accessory; side-issue; appurtenance appendice — Ce qui semble appendre, ajouter à une autre chose. On trouve plus rarement son synonyme : appendage.
aanhangsel suffix suffixe — Élément lexical