Summary
Dutch
Detailed Translations for aanvaringen from Dutch to English
aanvaringen:
-
de aanvaringen (ruzies)
Translation Matrix for aanvaringen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
collisions | aanvaringen; ruzies | aanrijdingen; botsingen |
fights | aanvaringen; ruzies | gevechten; vechtpartijen |
quarrels | aanvaringen; ruzies |
Related Words for "aanvaringen":
aanvaringen form of aanvaring:
-
de aanvaring (botsing)
Translation Matrix for aanvaring:
Noun | Related Translations | Other Translations |
collision | aanvaring; botsing | aanrijding; botsing; collisie; conflict |
crash | aanvaring; botsing | aanrijding; afname; barst; beurskrach; botsing; breuk; collisie; crash; daling; debacle; dreun; ineenstorting; ineenzakking; instorting; klap; knal; krach; krak; kwak; minder worden; scheur; smak; terugloop; val; vastloper |
Verb | Related Translations | Other Translations |
crash | aanrijden; botsen; crashen; ineenstorten; instorten; ontbinden; op elkaar knallen; op elkaar stoten; rotten; stoten op; vastlopen; vergaan; verongelukken; verrotten; verteren; wegrotten |
Related Words for "aanvaring":
Wiktionary Translations for aanvaring:
aanvaring
Cross Translation:
noun
-
scheepvaart|nld botsing van een schip met een ander schip of object
- aanvaring → collision
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanvaring | → collision | ↔ Karambolage — Zusammenstoß (mit einem Fahrzeug) |
• aanvaring | → blow; collision; crash; clash; shock | ↔ choc — collision brusque, impact d’un corps avec un autre corps. |