Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. achtergeblevene:
  2. achtergebleven:


Dutch

Detailed Translations for achtergeblevene from Dutch to English

achtergeblevene:

achtergeblevene [de ~] noun

  1. de achtergeblevene (achterblijver; uitvaller)
    the straggler; the laggard; the trailer; the back marker

Translation Matrix for achtergeblevene:

NounRelated TranslationsOther Translations
back marker achterblijver; achtergeblevene; uitvaller
laggard achterblijver; achtergeblevene; uitvaller hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
straggler achterblijver; achtergeblevene; uitvaller
trailer achterblijver; achtergeblevene; uitvaller bijwagen; oplegger

Related Words for "achtergeblevene":


achtergeblevene form of achtergebleven: