Noun | Related Translations | Other Translations |
affection
|
aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid
|
aandoening; genegenheid; innigheid; lichamelijke aandoening; liefde; toegenegenheid
|
attachment
|
aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid
|
aanhechting; beslaglegging; bevestiging; bijlage; het bevestigen; het vastmaken
|
dedication
|
aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid
|
devotie; doel; doeleinde; genegenheid; ijver; inzet; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
|
devotion
|
aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid
|
devotie; doel; doeleinde; genegenheid; godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; heiliging; ijver; inzet; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; vroomheid; wijding; zegening; zorgzaamheid
|
fondness
|
aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid
|
genegenheid; toegenegenheid
|