Dutch
Detailed Translations for appelleer from Dutch to English
appelleren:
-
appelleren (appèl aantekenen)
-
appelleren (appèl aantekenen)
Conjugations for appelleren:
o.t.t.
- appelleer
- appelleert
- appelleert
- appelleren
- appelleren
- appelleren
o.v.t.
- appelleerde
- appelleerde
- appelleerde
- appelleerden
- appelleerden
- appelleerden
v.t.t.
- heb geappelleerd
- hebt geappelleerd
- heeft geappelleerd
- hebben geappelleerd
- hebben geappelleerd
- hebben geappelleerd
v.v.t.
- had geappelleerd
- had geappelleerd
- had geappelleerd
- hadden geappelleerd
- hadden geappelleerd
- hadden geappelleerd
o.t.t.t.
- zal appelleren
- zult appelleren
- zal appelleren
- zullen appelleren
- zullen appelleren
- zullen appelleren
o.v.t.t.
- zou appelleren
- zou appelleren
- zou appelleren
- zouden appelleren
- zouden appelleren
- zouden appelleren
diversen
- appelleer!
- appelleert!
- geappelleerd
- appellerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for appelleren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
appeal | aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aanvraag; appèl; attractiviteit; bede; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bezwaarschrift; fascinatie; petitie; rechtsmiddel; rekest; rekwest; smeekbede; smeekgebed; verzoek; verzoekschrift | |
protest | actie; opwerping; protest; protestbijeenkomst; publieke betoging; tegenspraak; tegenwerping; verzet | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
appeal | appelleren; appèl aantekenen | aantekenen; aanvragen; aanzoeken; beroepen; bidden; smeken; uitnodigen; verzet aantekenen; verzoeken; vragen |
lodge an appeal | appelleren; appèl aantekenen | |
protest | appelleren; appèl aantekenen | eisen; in tegenspraak zijn met; protesteren; reclameren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken |
External Machine Translations: