Translate banken from Dutch to English

Remove Ads

Summary

Dutch to English: more detail...

banken:
- benches; settees; bank of commerce; trade bank; sand-banks; sandbars
bank:
- sofa; settee; couch; bank; merchant bank; small bank; bench; seat; bank building
Wiktionary:
- bank → bench, bed, bank, thrift
- bank → workbench, bench

Dutch

Detailed Translations for banken from Dutch to English

banken:

banken [de ~] noun, plural

de banken (zitbanken)
the benches; the settees
- benches [the ~] noun
- settees [the ~] noun
de banken (handelsbanken; wisselbanken)
the bank of commerce; the trade bank
- bank of commerce [the ~] noun
- trade bank [the ~] noun
de banken (zandplaten; zandbanken; ondiepten)
the sand-banks; the sandbars
- sand-banks [the ~] noun
- sandbars [the ~] noun

Translation Matrix for banken:

Noun	Related Translations	Other Translations
bank of commerce	banken; handelsbanken; wisselbanken
benches	banken; zitbanken	werkbanken
sand-banks	banken; ondiepten; zandbanken; zandplaten
sandbars	banken; ondiepten; zandbanken; zandplaten
settees	banken; zitbanken
trade bank	banken; handelsbanken; wisselbanken

Related Words for "banken":

bank

bank:

bank [de ~] noun

de bank (zitbank; canapé)
the sofa; the settee; the couch
- sofa [the ~] noun
- settee [the ~] noun
- couch [the ~] noun
de bank (handelsbank)
the bank
– a financial institution that accepts deposits and channels the money into lending activities ¹
- bank [the ~] noun
  - he cashed a check at the bank¹
  - that bank holds the mortgage on my home¹
the merchant bank
– a credit card processing bank; merchants receive credit for credit card receipts less a processing fee ¹
- merchant bank [the ~] noun
the small bank
- small bank [the ~] noun
de bank (zitbank; zitplaats)
the couch; the bench; the seat
- couch [the ~] noun
- bench [the ~] noun
- seat [the ~] noun
de bank (bankgebouw)
the bank building
- bank building [the ~] noun
de bank
the bank
- bank [the ~] noun

Translation Matrix for bank:

Noun	Related Translations	Other Translations
bank	bank; handelsbank	afgang; bankrelatie; berm; dijkhelling; glooiing; helling; oever; talud; wal; waterkant
bank building	bank; bankgebouw
bench	bank; zitbank; zitplaats	rechtscollege; zetel; zitplaats
couch	bank; canapé; zitbank; zitplaats	canapé; ligbank; rustbank; rustbed; sofa
merchant bank	bank; handelsbank
seat	bank; zitbank; zitplaats	bril; comfort; ruiter; voorbank; zetel; zit; zitplaats
settee	bank; canapé; zitbank	divan; rustbed
small bank	bank; handelsbank
sofa	bank; canapé; zitbank	divan
Verb	Related Translations	Other Translations
bank		op bankrekening zetten; sparen

Related Words for "bank":

banken

Related Definitions for "bank":

meubelstuk voor twee of meer personen²
- we zaten op een bankje in het park²
waar je geld kunt lenen en sparen²
- ik breng mijn geld naar de bank²

Wiktionary Translations for bank:

bank

noun

sports: where players sit when not playing
- bench → bank
long seat
- bench → zitbank; bank
area where a large number of shellfish is found
- bed → bank
branch office of such an institution
- bank → bank
institution
- bank → bank
savings bank
- thrift → bank

Cross Translation:

From	To	Via
• bank	→ workbench; bench	↔ établi — Table destinée au travail de certains métiers manuels

External Machine Translations:

Related Translations for banken

banken van leningen

Remove Ads

Translate banken from Dutch to English

Detailed Translations for banken from Dutch to English

banken:

banken [de ~] noun, plural

de banken (zitbanken)

de banken (handelsbanken; wisselbanken)

de banken (zandplaten; zandbanken; ondiepten)

Translation Matrix for banken:

Related Words for "banken":

bank:

bank [de ~] noun

de bank (zitbank; canapé)

de bank (handelsbank)

de bank (zitbank; zitplaats)

de bank (bankgebouw)

de bank

Translation Matrix for bank:

Related Words for "bank":

Related Definitions for "bank":

Wiktionary Translations for bank:

Related Translations for banken