Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. begaan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beging from Dutch to English

begaan:

begaan verb (bega, begaat, beging, negingen, begaan)

  1. begaan (per ongeluk doen)
    to commit; to perpetrate; inadvertently do something; do accidentally

Conjugations for begaan:

o.t.t.
  1. bega
  2. begaat
  3. begaat
  4. begaan
  5. begaan
  6. begaan
o.v.t.
  1. beging
  2. beging
  3. beging
  4. begingen
  5. negingen
  6. begingen
v.t.t.
  1. heb begaan
  2. hebt begaan
  3. heeft begaan
  4. hebben begaan
  5. hebben begaan
  6. hebben begaan
v.v.t.
  1. had begaan
  2. had begaan
  3. had begaan
  4. hadden begaan
  5. hadden begaan
  6. hadden begaan
o.t.t.t.
  1. zal begaan
  2. zult begaan
  3. zal begaan
  4. zullen begaan
  5. zullen begaan
  6. zullen begaan
o.v.t.t.
  1. zou begaan
  2. zou begaan
  3. zou begaan
  4. zouden begaan
  5. zouden begaan
  6. zouden begaan
diversen
  1. bega!
  2. begaat!
  3. begaan
  4. begaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for begaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
commit begaan; per ongeluk doen plegen
do accidentally begaan; per ongeluk doen
inadvertently do something begaan; per ongeluk doen
perpetrate begaan; per ongeluk doen plegen

Wiktionary Translations for begaan:

begaan
verb
  1. iets doen dat onjuist of verboden is

Cross Translation:
FromToVia
begaan commit; carry out verüben — etwas Negatives, Schädliches ausführen
begaan commit; compromise commettre — Faire tel ou tel acte blâmable.