Summary
Dutch to English: more detail...
- beklaagde:
- beklagen:
-
Wiktionary:
- beklaagde → accused, defendant
- beklagen → complain, pity
- beklagen → sympathize, sympathise, empathize, empathise, have compassion on, pity
Dutch
Detailed Translations for beklaagde from Dutch to English
beklaagde:
-
de beklaagde (verdachte; beschuldigde; gedaagde; aangeklaagde)
Translation Matrix for beklaagde:
Noun | Related Translations | Other Translations |
accused | aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte | |
defendant | aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte | |
suspect | aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
suspect | donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
accused | beklaagd |
beklagen:
-
beklagen (medelijden hebben)
Conjugations for beklagen:
o.t.t.
- beklaag
- beklaagt
- beklaagt
- beklagen
- beklagen
- beklagen
o.v.t.
- beklaagde
- beklaagde
- beklaagde
- beklaagden
- beklaagden
- beklaagden
v.t.t.
- heb beklaagd
- hebt beklaagd
- heeft beklaagd
- hebben beklaagd
- hebben beklaagd
- hebben beklaagd
v.v.t.
- had beklaagd
- had beklaagd
- had beklaagd
- hadden beklaagd
- hadden beklaagd
- hadden beklaagd
o.t.t.t.
- zal beklagen
- zult beklagen
- zal beklagen
- zullen beklagen
- zullen beklagen
- zullen beklagen
o.v.t.t.
- zou beklagen
- zou beklagen
- zou beklagen
- zouden beklagen
- zouden beklagen
- zouden beklagen
diversen
- beklaag!
- beklaagt!
- beklaagd
- beklagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for beklagen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
be sorry for | beklagen; medelijden hebben | |
have mercy upon | beklagen; medelijden hebben |
Wiktionary Translations for beklagen:
beklagen
Cross Translation:
verb
beklagen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beklagen | → sympathize; sympathise; empathize; empathise; have compassion on; pity | ↔ compatir — toucher de compassion pour les maux d’autrui. |
• beklagen | → have compassion on; pity | ↔ plaindre — Traductions à trier suivant le sens. |