Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. belastingdiensten:
  2. belastingdienst:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for belastingdiensten from Dutch to English

belastingdiensten:

belastingdiensten [de ~] noun, plural

  1. de belastingdiensten (fiscussen)

Translation Matrix for belastingdiensten:

NounRelated TranslationsOther Translations
tax collectors offices belastingdiensten; fiscussen

Related Words for "belastingdiensten":


belastingdienst:

belastingdienst [de ~ (m)] noun

  1. de belastingdienst (fiscus)
  2. de belastingdienst
    the tax authority
    – The governmental agency that taxes are paid to. 1

Translation Matrix for belastingdienst:

NounRelated TranslationsOther Translations
tax authority belastingdienst
tax collectors office belastingdienst; fiscus

Related Words for "belastingdienst":


Wiktionary Translations for belastingdienst:

belastingdienst
noun
  1. overheidsdienst die de heffing en inning van belasting voor een staat verzorgt