Dutch
Detailed Translations for bemoedigend from Dutch to English
bemoedigend:
-
bemoedigend (hartversterkend; opwekkend)
Translation Matrix for bemoedigend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
heartwarming | bemoedigend; hartversterkend; opwekkend | hartsterkend; hartverblijdend; hartverkwikkend; hartverwarmend; opmonterend |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fortifying | bemoedigend; hartversterkend; opwekkend |
Wiktionary Translations for bemoedigend:
bemoedigend
adjective
-
encouraging
bemoedigen:
-
bemoedigen (opbeuren)
-
bemoedigen (troosten; ondersteunen; vertroosten; opbeuren)
-
bemoedigen (aanmoedigen; aanvuren; toemoedigen; stimuleren)
Conjugations for bemoedigen:
o.t.t.
- bemoedig
- bemoedigt
- bemoedigt
- bemoedigen
- bemoedigen
- bemoedigen
o.v.t.
- bemoedigde
- bemoedigde
- bemoedigde
- bemoedigden
- bemoedigden
- bemoedigden
v.t.t.
- heb bemoedigd
- hebt bemoedigd
- heeft bemoedigd
- hebben bemoedigd
- hebben bemoedigd
- hebben bemoedigd
v.v.t.
- had bemoedigd
- had bemoedigd
- had bemoedigd
- hadden bemoedigd
- hadden bemoedigd
- hadden bemoedigd
o.t.t.t.
- zal bemoedigen
- zult bemoedigen
- zal bemoedigen
- zullen bemoedigen
- zullen bemoedigen
- zullen bemoedigen
o.v.t.t.
- zou bemoedigen
- zou bemoedigen
- zou bemoedigen
- zouden bemoedigen
- zouden bemoedigen
- zouden bemoedigen
diversen
- bemoedig!
- bemoedigt!
- bemoedigd
- bemoedigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bemoedigen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
comfort | behaaglijkheid; bemoediging; comfort; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; opmontering; soelaas; troost; troosting; vertroosting | |
console | console; regeltafel; spelcomputer | |
solace | soelaas; solaas; troost; troosting; vertroosting | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cheer up | bemoedigen; opbeuren | blij maken; fleurig maken; opfleuren; opkikkeren; opknappen; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden |
comfort | bemoedigen; ondersteunen; opbeuren; troosten; vertroosten | blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden |
console | bemoedigen; opbeuren | |
encourage | aanmoedigen; aanvuren; bemoedigen; stimuleren; toemoedigen | aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; activeren; animeren; bezielen; iemand motiveren; motiveren; opjutten; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; stimuleren; toejuichen |
solace | bemoedigen; opbeuren | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cheer up | komaan |
Wiktionary Translations for bemoedigen:
bemoedigen
Cross Translation:
verb
bemoedigen
-
iemand een positievere kijk op de kansen geven
- bemoedigen → encourage
verb
-
mentally support or motivate
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bemoedigen | → comfort; encourage; hearten | ↔ réconforter — relever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral. |
External Machine Translations: