Summary
Dutch
Detailed Translations for beugelen from Dutch to English
beugel:
-
de beugel (draagbeugel; hengsel)
-
de beugel (stijgbeugel; voetbeugel)
Translation Matrix for beugel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
grip | beugel; draagbeugel; hengsel | greep; handel; handgreep; handvat; hendel |
handle | beugel; draagbeugel; hengsel | deurklink; deurkruk; greep; handvat in de vorm van stok; heft; ingang; kruk; oor; oor van een kopje; steel |
stirrup | beugel; stijgbeugel; voetbeugel | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
grip | aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; graaien; grijpen; grissen; jatten; klauwen; klemmen; knellen; omklemmen; pakken; pikken; snaaien; vangen; vastklampen; vastpakken; vatten; verstrikken; wegkapen | |
handle | behandelen; bejegenen; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; iets afhandelen; verhandelen; verkopen |
Related Words for "beugel":
Wiktionary Translations for beugel:
beugel
Cross Translation:
noun
beugel
-
stroomafnemer
- beugel → trolley
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beugel | → flange | ↔ Flansch — Technik: meist scheibenförmiges Verbindungsteil an Rohren, Zylindern, Maschinenteilen und anderen Konstruktionselementen zur Abdichtung, Verbindung und Kupplung |
• beugel | → ring | ↔ anneau — cercle fait d’une matière dure et qui sert à attacher quelque chose. |
• beugel | → ring | ↔ bague — Anneau |
External Machine Translations: