Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bevoorrechte:
  2. bevoorrecht:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bevoorrechte from Dutch to English

bevoorrechte:

bevoorrechte [znw.] noun

  1. bevoorrechte (voorgetrokkene)
    the privileged; the favoured; the cherished; the loved; the adored

Translation Matrix for bevoorrechte:

NounRelated TranslationsOther Translations
adored bevoorrechte; voorgetrokkene
cherished bevoorrechte; voorgetrokkene
favoured bevoorrechte; voorgetrokkene
loved bevoorrechte; voorgetrokkene
privileged bevoorrechte; voorgetrokkene
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cherished bemind; dierbaar; dierbare; favoriete; geliefd; geliefde; geselecteerd; lief; lieftallig; lievelings; toegenegen; verkoren
loved bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
privileged bevoorrecht; geprivilegeerd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
favoured bevoorrecht; favoriet; geprivilegeerd; het meest gewild

Related Words for "bevoorrechte":


bevoorrechte form of bevoorrecht:

bevoorrecht adj

  1. bevoorrecht (geprivilegeerd)

Translation Matrix for bevoorrecht:

NounRelated TranslationsOther Translations
favoured bevoorrechte; voorgetrokkene
privileged bevoorrechte; voorgetrokkene
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
privileged bevoorrecht; geprivilegeerd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
favoured bevoorrecht; geprivilegeerd favoriet; het meest gewild

Related Words for "bevoorrecht":


Wiktionary Translations for bevoorrecht:


Cross Translation:
FromToVia
bevoorrecht privileged privilégié — Qui a un privilège, qui jouir d’un privilège.