Dutch
Detailed Translations for bezorger from Dutch to English
bezorger:
-
de bezorger (rondbrenger; bode; besteller; koerier)
-
de bezorger (postbode; brievenbesteller; besteller; bode)
Translation Matrix for bezorger:
Noun | Related Translations | Other Translations |
carrier | besteller; bezorger; bode; brievenbesteller; koerier; postbode; rondbrenger | boodschappentas; draagstel; mobiel netwerk; mobiele provider; vervoerder; vrachtvaarder; winkeltas |
courier | besteller; bezorger; bode; brievenbesteller; koerier; postbode; rondbrenger | boodschappenjongen; exprespost; gemeentebode; ijlbode; koerier; loopjongen; renbode |
delivery-man | besteller; bezorger; bode; brievenbesteller; koerier; postbode; rondbrenger | |
mailman | besteller; bezorger; bode; brievenbesteller; postbode | |
messenger | besteller; bezorger; bode; koerier; rondbrenger | boodschapper; exprespost; koerier |
postman | besteller; bezorger; bode; brievenbesteller; postbode |