Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate curators

Translate curators from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

curator:
- curator; guardian; tutor; executor; trustee; regent
Wiktionary:
- curator → fiduciary
- curator → curator

Dutch

Detailed Translations for curators from Dutch to English

curator:

curator [de ~ (m)] noun

de curator (voogd)
the curator; the guardian; the tutor
- curator [the ~] noun
- guardian [the ~] noun
- tutor [the ~] noun
de curator (boedelredder)
the executor; the trustee; the regent
- executor [the ~] noun
- trustee [the ~] noun
- regent [the ~] noun

Translation Matrix for curator:

Noun	Related Translations	Other Translations
curator	curator; voogd
executor	boedelredder; curator
guardian	curator; voogd	gezinsvoogd; voogd
regent	boedelredder; curator	administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; plaatsbekleder; referendaris; regentes; stadhouder; trustee
trustee	boedelredder; curator	administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris; trustee
tutor	curator; voogd	begeleider; docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; meester; mentor; oefenmeester; onderwijzer; opleider; opleidster; opvoeder; pedant; schoolmeester
Verb	Related Translations	Other Translations
tutor		bekwamen; bijleren; coachen; harden; oefenen; ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen

Related Words for "curator":

curatoren, curators

Wiktionary Translations for curator:

curator

noun

trustee
- fiduciary → curator; gemachtigde; mandataris

Cross Translation:

From	To	Via
• curator	→ curator	↔ Kustos — wissenschaftlicher Betreuer einer Sammlung oder eines Museums