Dutch
Detailed Translations for dagtekenen from Dutch to English
dagtekenen:
-
dagtekenen (dateren)
Conjugations for dagtekenen:
o.t.t.
- dagteken
- dagtekent
- dagtekent
- dagtekenen
- dagtekenen
- dagtekenen
o.v.t.
- dagtekende
- dagtekende
- dagtekende
- dagtekenden
- dagtekenden
- dagtekenden
v.t.t.
- heb gedagtekend
- hebt gedagtekend
- heeft gedagtekend
- hebben gedagtekend
- hebben gedagtekend
- hebben gedagtekend
v.v.t.
- had gedagtekend
- had gedagtekend
- had gedagtekend
- hadden gedagtekend
- hadden gedagtekend
- hadden gedagtekend
o.t.t.t.
- zal dagtekenen
- zult dagtekenen
- zal dagtekenen
- zullen dagtekenen
- zullen dagtekenen
- zullen dagtekenen
o.v.t.t.
- zou dagtekenen
- zou dagtekenen
- zou dagtekenen
- zouden dagtekenen
- zouden dagtekenen
- zouden dagtekenen
diversen
- dagteken!
- dagtekent!
- gedagtekend
- dagtekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dagtekenen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
date | afgesproken ontmoeting; afspraak; dadel; dagtekening; datum; jaartal; liaison; tijdstip | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
date | dagtekenen; dateren | omgaan met; verkeren |
Wiktionary Translations for dagtekenen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dagtekenen | → date | ↔ dater — marquer la date de quelque chose. |
External Machine Translations: