Dutch
Detailed Translations for ding from Dutch to English
ding:
Translation Matrix for ding:
Related Words for "ding":
Synonyms for "ding":
Related Definitions for "ding":
Wiktionary Translations for ding:
ding
Cross Translation:
noun
ding
-
voorwerp
- ding → thing
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ding | → thing | ↔ Ding — (Plural 1) Angelegenheit (verallgemeinernd) |
• ding | → thing | ↔ Ding — (Plural 2) junges Mädchen (umgangssprachlich) |
• ding | → brief; case; cause; affair; business; matter; issue; question; thing; reason | ↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère. |
• ding | → object; article; thing; subject | ↔ objet — chose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé. |
• ding | → product; item; commodity; ware | ↔ produit — résultat créatif de l’activité humaine. |
dingen:
-
dingen (afdingen)
Conjugations for dingen:
o.t.t.
- ding
- dingt
- dingt
- dingen
- dingen
- dingen
o.v.t.
- dingde
- dingde
- dingde
- dingden
- dingden
- dingden
v.t.t.
- heb gedingd
- hebt gedingd
- heeft gedingd
- hebben gedingd
- hebben gedingd
- hebben gedingd
v.v.t.
- had gedingd
- had gedingd
- had gedingd
- hadden gedingd
- hadden gedingd
- hadden gedingd
o.t.t.t.
- zal dingen
- zult dingen
- zal dingen
- zullen dingen
- zullen dingen
- zullen dingen
o.v.t.t.
- zou dingen
- zou dingen
- zou dingen
- zouden dingen
- zouden dingen
- zouden dingen
diversen
- ding!
- dingt!
- gedingd
- dingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze