Dutch
Detailed Translations for doorvechten from Dutch to English
doorvechten:
-
doorvechten
Conjugations for doorvechten:
o.t.t.
- doorvecht
- doorvecht
- doorvecht
- doorvechten
- doorvechten
- doorvechten
o.v.t.
- doorvocht
- doorvocht
- doorvocht
- doorvochten
- doorvochten
- doorvochten
v.t.t.
- heb doorvochten
- hebt doorvochten
- heeft doorvochten
- hebben doorvochten
- hebben doorvochten
- hebben doorvochten
v.v.t.
- had doorvochten
- had doorvochten
- had doorvochten
- hadden doorvochten
- hadden doorvochten
- hadden doorvochten
o.t.t.t.
- zal doorvechten
- zult doorvechten
- zal doorvechten
- zullen doorvechten
- zullen doorvechten
- zullen doorvechten
o.v.t.t.
- zou doorvechten
- zou doorvechten
- zou doorvechten
- zouden doorvechten
- zouden doorvechten
- zouden doorvechten
diversen
- doorvecht!
- doorvecht!
- doorvochten
- doorvechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorvechten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
fight on | doorvechten | doorknokken |