Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. druppel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for druppels from Dutch to English

druppel:

druppel [de ~ (m)] noun

  1. de druppel (drop)
    the drop; the drip; the dripping

Translation Matrix for druppel:

NounRelated TranslationsOther Translations
drip drop; druppel debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; infusum; infuus; mafkees; mafketel; mafkikker; schlemiel; slemiel; slungel; sofvent; sukkel; waanzinnige; watje; zot
dripping drop; druppel gedruppel
drop drop; druppel borrel; dropping; neut; oorlam; staande receptie; valhoogte
VerbRelated TranslationsOther Translations
drip afdruipen; afdruppelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken
drop afdruipen; afsmijten; afwerpen; afzetten; afzien van rechtsvervolging; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; flikkeren; inkrimpen; kelderen; kiepen; kieperen; krimpen; laten uitstappen; lazeren; omlaagstorten; ontheffen; ontslaan; seponeren; sijpelen; slinken; tuimelen; uitdruppelen; uitsturen; vallen; verwijderen; verzenden; weglaten; wegsturen; wegzenden; zakken

Related Words for "druppel":


Wiktionary Translations for druppel:

druppel
noun
  1. kleine hoeveelheid vloeistof die niet in contact is met een andere vloeistof
druppel
noun
  1. measure equivalent to a gill
  2. small mass of liquid
  3. small amount of liquid
  4. small drop of liquid

Cross Translation:
FromToVia
druppel drop goutte — Très petite quantité d’un liquide qui se détache avec une forme sphérique. (Sens général).

Related Translations for druppels