Summary
Dutch
Detailed Translations for eenheden from Dutch to English
eenheden:
eenheid:
-
de eenheid (gelijkvormigheid; uniformiteit; eenvormigheid)
-
de eenheid (legereenheid; legeronderdeel; legerafdeling)
-
de eenheid (voltalligheid; geheel; volledigheid; totaliteit; alles; gezamenlijkheid; volkomenheid; totaal)
-
de eenheid
Translation Matrix for eenheid:
Related Words for "eenheid":
Related Definitions for "eenheid":
Wiktionary Translations for eenheid:
eenheid
Cross Translation:
noun
eenheid
noun
-
state of being undivided
-
neutral element in multiplication
-
section of a large company
-
typography: unit of size
-
standard measure of a quantity
-
organized group comprising people and/or equipment
-
member of a military organization
-
the state of being one or undivided
-
drama: any of the three classical rules of drama
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eenheid | → unanimity | ↔ unanimité — conformité de sentiments, accord complet de suffrages entre plusieurs personnes. |
• eenheid | → unit; unity | ↔ unité — Élément singulier, qui a le nombre un. |
External Machine Translations: