Summary
Dutch to English: more detail...
- eigengereidheid:
- eigengereid:
-
Wiktionary:
- eigengereid → bookish
Dutch
Detailed Translations for eigengereidheid from Dutch to English
eigengereidheid:
-
de eigengereidheid (eigenwijsheid; eigenzinnigheid)
Translation Matrix for eigengereidheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
intractability | eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid | |
pigheadedness | eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid | |
wilfulness | eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid | eigengerechtigheid; eigenmachtigheid |
willfulness | eigengereidheid; eigenwijsheid; eigenzinnigheid | eigengerechtigheid; eigenmachtigheid |
Related Words for "eigengereidheid":
eigengereid:
Translation Matrix for eigengereid:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
obstinate | eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig | bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig |
stubborn | eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig | bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; weerbarstig; weerspannig |
Related Words for "eigengereid":
Wiktionary Translations for eigengereid:
eigengereid
adjective
-
characterized by a method of expression generally found in books