Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. eruit werken:


Dutch

Detailed Translations for eruit werken from Dutch to English

eruit werken:

eruit werken verb (werk eruit, werkt eruit, werkte eruit, werkten eruit, eruit gewerkt)

  1. eruit werken
    to get rid of
    • get rid of verb (gets rid of, got rid of, getting rid of)

Conjugations for eruit werken:

o.t.t.
  1. werk eruit
  2. werkt eruit
  3. werkt eruit
  4. werken eruit
  5. werken eruit
  6. werken eruit
o.v.t.
  1. werkte eruit
  2. werkte eruit
  3. werkte eruit
  4. werkten eruit
  5. werkten eruit
  6. werkten eruit
v.t.t.
  1. heb eruit gewerkt
  2. hebt eruit gewerkt
  3. heeft eruit gewerkt
  4. hebben eruit gewerkt
  5. hebben eruit gewerkt
  6. hebben eruit gewerkt
v.v.t.
  1. had eruit gewerkt
  2. had eruit gewerkt
  3. had eruit gewerkt
  4. hadden eruit gewerkt
  5. hadden eruit gewerkt
  6. hadden eruit gewerkt
o.t.t.t.
  1. zal eruit werken
  2. zult eruit werken
  3. zal eruit werken
  4. zullen eruit werken
  5. zullen eruit werken
  6. zullen eruit werken
o.v.t.t.
  1. zou eruit werken
  2. zou eruit werken
  3. zou eruit werken
  4. zouden eruit werken
  5. zouden eruit werken
  6. zouden eruit werken
en verder
  1. ben eruit gewerkt
  2. bent eruit gewerkt
  3. is eruit gewerkt
  4. zijn eruit gewerkt
  5. zijn eruit gewerkt
  6. zijn eruit gewerkt
diversen
  1. werk eruit!
  2. werkt eruit!
  3. eruit gewerkt
  4. eruit werkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for eruit werken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
get rid of eruit werken

Related Translations for eruit werken