Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate exacter

Translate exacter from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

exact:
- exact; precise; minutely; exactly; accurately; punctual
Wiktionary:
- exact → exact, exactly, accurate
- exact → exactly

Dutch

Detailed Translations for exacter from Dutch to English

exact:

exact adj

exact (haarfijn; precies)
exact; precise; minutely
- exact adj
- precise adj
- minutely adv
exact (precies; juist)
exactly; accurately
- exactly adv
- accurately adv
exact (punctueel; stipt; strikt; precies)
punctual
- punctual adj

Translation Matrix for exact:

Adjective	Related Translations	Other Translations
exact	exact; haarfijn; precies	accuraat; afgepast; gedetailleerd; haarscherp; juist; kloppend; met grote juistheid; minutieus; naaldscherp; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; ragfijn; secuur; uitgerekend; waar; zorgvuldig
precise	exact; haarfijn; precies	accuraat; correct; gedetailleerd; goed; juist; kloppend; met grote juistheid; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; uitgerekend; voorzichtig; waar; zorgvuldig
punctual	exact; precies; punctueel; stipt; strikt	conscientieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; stipt; zorgvuldig
-	nauw; precies
Adverb	Related Translations	Other Translations
accurately	exact; juist; precies	accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig
exactly	exact; juist; precies	juist; krek; net; precies; welbeschouwd; welgeteld
minutely	exact; haarfijn; precies	ragfijn
Not Specified	Related Translations	Other Translations
-	net

Related Words for "exact":

exactheid, exacter, exactere, exacte

Synonyms for "exact":

nauw; nauwkeurig; net; precies; stipt

Antonyms for "exact":

slordig

Related Definitions for "exact":

zonder afwijkingen naar boven of beneden¹
- het is nu exact tien uur¹

Wiktionary Translations for exact:

exact

adjective

zonder benadering, precies vastgesteld
- exact → exact; exactly

exact

adverb

in an exact manner
- exactly → precies; exact

adjective

habitually careful
- exact → exact; precies
precisely conceived or stated
- exact → precies; exact
precisely agreeing
- exact → precies; exact
exact or careful conformity to truth
- accurate → nauwkeurig; trefzeker; accuraat; exact; precies

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek