Dutch

Detailed Translations for felheid from Dutch to English

felheid:

felheid [de ~ (v)] noun

  1. de felheid (gedrevenheid)
    the vehemence; the fierceness; the intensity; the violence
  2. de felheid (hevigheid; intensiteit; kracht; heftigheid)
    the intensity; the fierceness; the fervour; the vehemence; the violence; the fervor
  3. de felheid (fiksheid; sterkte; dynamiek; kracht; energie)
    the strength; the vigour; the intensity; the power; the vigor

Translation Matrix for felheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
fervor felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht animo; belangstelling; elan; fascinatie; geboeidheid; genegenheid; gloed; ijver; ijverigheid; innigheid; interesse; liefde; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
fervour felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht animo; belangstelling; elan; fascinatie; geboeidheid; genegenheid; gloed; ijver; ijverigheid; innigheid; interesse; liefde; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid; zin
fierceness felheid; gedrevenheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht
intensity dynamiek; energie; felheid; fiksheid; gedrevenheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; sterkte kwantiteit; mate; veldsterkte
power dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte autorisatie; autoriteit; autoriteiten; bevoegd zijn; bevoegdheid; capaciteit; electrische stroom; energie; fiat; gezag; gezaghebbers; heerschappij; kracht; macht; machtiging; mogendheden; mogendheid; stroom; toestemming; vermogen; volmacht
strength dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte aandrift; daadkracht; energie; esprit; fermheid; flinkheid; forsheid; fut; geweld; kracht; macht; momentum; puf; spierkracht; sterke kant; sterke zijde; stevigheid; vastberadenheid; vermogen; werklust
vehemence felheid; gedrevenheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht driftigheid; heftigheid
vigor dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte dapperheid; fermheid; flinkheid; forsheid; koenheid; krachtdadigheid; kranigheid; moed; onversaagdheid; stevigheid; voortvarendheid
vigour dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte dapperheid; fermheid; flinkheid; forsheid; koenheid; krachtdadigheid; kranigheid; moed; onversaagdheid; stevigheid; voortvarendheid
violence felheid; gedrevenheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht geweld

Related Words for "felheid":


Wiktionary Translations for felheid:


Cross Translation:
FromToVia
felheid acrimony; sharpness; acuity; harshness; poignancy acrimonieagressivité verbale due à une mauvaise humeur.
felheid acuity; sharpness; poignancy acuitéqualité de ce qui est aigu.
felheid delicacy; elegance; subtlety finessequalité de ce qui est fin, délié ou menu.
felheid acridity; acridness; sharpness; acrimony; acuity; harshness; poignancy; bitterness; acerbity; sourness âcretéqualité de ce qui est âcre.
felheid sharpness; acrimony; acuity; harshness; poignancy âpretéqualité de ce qui est âpre.

fel:


Translation Matrix for fel:

NounRelated TranslationsOther Translations
biting bijten
burning branden; brandplek; brandwond; verbrandheid; verbranding
cutting couperen; gesnij; jonge plant; knipsel; loot; plantestekje; scheut; schoot; snijding; spruit; stek; stekje; uitknipsel
scalding brandplek; brandwond; verbrandheid; verbranding; verschroeiing; verzenging
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
ardent fel; heftig; hevig; verwoed bedreven; fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; noest; onvermoeibaar; spiritueus; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
biting bijtend; doordringend; fel; gemeen; scherp bijtend; bijtende; gevat; inbijtend; invretend; inwerkend; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
burning brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm brandend; vlammend
cutting bijtend; doordringend; fel; gemeen; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend op afgebeten toon; schril; snijdend; stekend
fierce erg; fel; heftig; hevig; krachtig; verwoed bitter teleurgesteld; boos; dol; felle; furieus; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hels; intens; intensief; kokend; kwaad; laaiend; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; stormachtig; temperamentvol; tierend; verbitterd; vurig; warmbloedig; woedend; woest; ziedend
heated fel; heftig; hevig; verwoed geagiteerd; geil; heet; hitsig; levendig; opgewonden; seksueel opgewonden; verhit; vurig
intense erg; fel; heftig; hevig; krachtig; verwoed acuut; gepassioneerd; gevoelig; gevoelvol; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; intens; intensief; sentimenteel; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
nipping fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
passionate fel; heftig; hevig; verwoed bezetene; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fanatieke; fervent; fideel; fleurig; geestig; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; met hevige passie; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; stormachtig; temperamentvol; uitgelaten; vrolijk; vurig; wakker; warmbloedig; welgemoed; zonnig
severe erg; fel; heftig; hevig; krachtig ernstig; gestreng; niet toegevend; pittig; serieus; straf; streng; vol ernst; werkelijk menend
snappy fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend bits; flitsend; hip; kattig; kortaf; korzelig; onvriendelijk; pinnig; snauwend; snauwerig; snel; snibbig; spinnig; trendy; vinnig; vlot; wrevelig
strong erg; fel; heftig; hevig; krachtig alcoholisch; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; geestrijk; krachtdadig; krachtig; rijk aan alcohol; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
violent erg; fel; heftig; hevig; krachtig; verwoed aanrandend; agressief; gewelddadig; hard; hardhandig; heftig; hevig; intens; intensief; onzacht; ruw
ModifierRelated TranslationsOther Translations
broiling brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm bloedheet; smoorheet
scalding brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm

Related Words for "fel":


Antonyms for "fel":


Related Definitions for "fel":

  1. hevig en sterk1
    • vanwege de felle kou bleven we thuis1
  2. opvallend1
    • hij draagt altijd felle kleuren1
  3. vurig, hartstochtelijk, krachtig1
    • dat is een felle vrouw1

Wiktionary Translations for fel:

fel
adjective
  1. visually dazzling, luminous, radiant
  2. showing strong feelings; passionate; forceful or intense

Cross Translation:
FromToVia
fel hefty; intense heftigadjektivisch und adverbial: kräftig, mächtig, stark, gewaltig, ungestüm; aufbrausend, zornig, wütend, jähzornig, leidenschaftlich, ungeduldig; erbittert, gefühlsbetont, emphatisch, nicht maßvoll, heftiglich
fel acerbic; vinegary; acrid; acrimonious; acidulous; astringent acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
fel sour; bitter; acrid; tart aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
fel sharp; acute; shrill; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; strident aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
fel sharp coupant — Qui couper.
fel bitter; acrid cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
fel fine; subtle; delicate; light; thin; keen; acute findélié, menu, mince ou étroit.
fel incisive; sharp; acute; keen; poignant incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
fel biting; sharp; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; acute mordant — didact|fr Qui mordre.
fel piercing; shrill; sharp; sharp-toned; waspish; acute perçant — Qui percer, qui pénétrer.
fel sharp; trenchant; spicy; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; acute piquant — Qui piquer.
fel pointed; sharp; keen pointu — Qui se termine en pointe
fel penetrating pénétrant — Qui pénétrer.
fel salient; noteworthy; remarkable; notable saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
fel lurid; acrid; acrimonious; poignant; waspish; acute; perky; vivacious; alert; brisk; adroit; sprightly; vigorous; spry; active vif — Qui est en vie.
fel acrid; harsh; bitter; acrimonious; lurid; sharp; keen; poignant; waspish; acute âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
fel acrid; harsh; keen; acerbic; acidulous; astringent âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.